In Nederland wonen zeker al 100 Handleeskundigen

Vanaf 1982 hou ik (Magda van Dijk-Rijneke) mij bezig met de Handleeskunde. Vanaf die tijd las ik vele boeken en verhalen over mijn voorgangers, de pioniers in dit vak. Zij waren ook werkelijk pioniers die de Handleeskunde in Nederland op een wetenschappelijke manier naar buiten wilden brengen. De Handleeskunde werd toen nog beschouwd als iets occults.

Van enkele heb ik een boek*) in mijn kast staan bij mijn verzameling Handleeskunde boeken (ca.250).

Met hun drive, enthousiasme, doorzettingsvermogen, maar vooral ook met grote liefde voor dit boeiende vak, gaven zij consulten, cursussen, lezingen en schreven boeken. Met grote bewondering wil ik deze collega-pioniers in het zonnetje zetten.


Korte levensbeschrijving van Miek le Conge Kleyn-Janssen

(1890-1953) als handlijnkundige, kunstschilder, tekenaar aquarellist, lerares letterkunde, auteur en dichter

Tekst Magda van Dijk-Rijneke

* boek Dit lees ik uit je hand 1978

 

Wilhelmina Martha Catharina Jansen, later bekend als Miek le Conge Kleyn-Janssen werd op 11 april 1890 geboren in Arnhem en stierf op 20 november 1953 te Hilversum.

Ze groeide in een gemengd religieus gezin op, een artistiek milieu in Oosterbeek, waar de artistieke ontwikkeling belangrijk werd gevonden. Miek kreeg zangles en schreef gedichten en volgde de opleiding modetekenen.

In 1912 bracht Miek Janssen de kunstenaar Jan Toorop een bezoek in zijn Nijmeegse atelier en dit bleek de start van een relatie te worden. De relatie werd twee jaar later intenser toen ze zich  tot de RK liet dopen en nogal godsvruchtig werd. Zij was toen al een dichteres, die alles voor de kunst van Toorop over had en veel over hem ging publiceren.

Van zijn kant had Toorop waardering voor haar verzen en stimuleerde haar tot het schrijven van kunstkritieken.

Zij stond model voor een aantal van Toorop ’s tekeningen en hij  illustreerde weer haar gedichtenbundels. Op een van zijn schilderijen had hij hen samen met krijt getekend, La Belgique sanglante uit 1914.

Miek Janssen schreef het toneelstuk De onreinen (1919) en het mysteriespel De wroeging (1922).

De literaire kritiek was overwegend negatief en het klimaat was ook niet gunstig voor de mystieke, vroom katholieke gedichten. Men verweet haar geëxalteerdheid en technisch onvermogen. Helaas werden haar latere romans Renera Genoveva de Caettens (1925) en Leven! Parijsche roman (1929) ook slecht ontvangen: “Ze leden aan een verouderde ‘decadente’ inslag”.

Alleen van enkele katholieke literatoren, critici, geestelijken die bevriend waren met Jan Toorop kreeg de dichteres sympathie en erkenning.

In 1928 stierf haar geliefde vriend met wie zij een mystiek katholieke inspiratie deelde.

Mieke had al in die tussentijd bijzonder veel  interesse voor de handlijnkunde gekregen.  Aan haar bewerking van Noel Jaquins De hand van de mens (1934) voegde ze een studie over de hand van Jan Toorop toe. Ze plaatste advertenties in Het Vaderland  als ‘handlijnkundige en psychometrist’. Miek gaf consulten en las de handen dan ook op de ’’intuïtieve’’ manier.

Passage uit het boek Renera Genoveva de Caettens

Regelmatig gaf ze lezingen o.a bij diverse Verenigingen voor Spiritualisten.

Op 15 juli 1935 trouwde ze op haar 45ste in den Haag met Rodolphe Gerardus Alphonse Charles le Conge Kleyn ((1880-1970),een 65-jarige weduwnaar en rentenier, met twee minderjarige kinderen. Dit huwelijk bleef kinderloos. Hij steunde haar (financieel) in haar culturele ambities (schilderen, verzen en oorlogsromans). Echter nadat ze getrouwd was  adverteerde ze niet meer als handlijnkundige en psychometrist.

Wat ze nou na haar trouwen deed is nog onbekend. In een passage uit het Interbellum, "De psychochiroloog Julius Spier" van Alexandra Nagel staat: "Wat prettig voor Miek", schreef een kennis aan een andere kennis toen bekend werd dat zij getrouwd was.

" ik vond 't toch zoo griezelig dat zij afgezakt was tot een soort waarzegster. (...) Ik gun haar dit alles van harte, want 't is toch een goede ziel, al waren er altijd een paar steekjes aan los" .

In 1951 verhuisde het echtpaar Le Conge Kleyn-Janssen naar Laren.

Twee jaar later overleed Miek op 20 november 1953 in Hilversum – ze werd begraven op het Sint Janskerkhof in Laren.

In datzelfde jaar (1953) verschenen haar Verzamelde gedichten en Dit lees ik uit je hand. 

2 sympathieke boeken werden van Miek postuum gepubliceerd - Herinnering aan mijn twee leermeesters Jan Toorop en Fred. Janssen (1958) , waaraan een veertigtal reproducties van haar schilder- en tekenwerk is toegevoegd.

 

De critici bleven sceptisch. Zo schreef het rooms-katholieke Lectuur-Repertorium in haar sterfjaar: ‘Haar werk is in moreel opzicht zeer uiteenlopend van gehalte; ook literair is het opvallend wazig en onevenwichtig; haar poëzie is gekenmerkt door een vaag doch intens godsgevoel’.

Enkele werken van Toorop waar Miek model voor stond.

La Belgique sanglante uit 1914.